Read this in: English
Maart 2006 . Van: GRAIN
http://www.grain.org/front/
Ned. Vertaling Rob Hundscheidt
De rapporten bewijzen dat de wereldwijde industriele pluimvee-houderij
in stallen is die de oorzaak van de vogelgriepcrisis is.
Kleinschalige pluimveehouderij en wilde vogels krijgen ten onrechte de schuld van de vogelgriepcrisis die nu grote delen van de wereld treft. Een nieuw rapport van GRAIN laat zien hoe de transnationale pluimvee-industrie de oorzaak van het probleem is en dat men daar moet de inspanningen op moet richten om het virus te bestrijden. Het volledige artikel, “Fowl play: De centrale rol van de pluimvee-industrie in de vogelgriepcrisis” is beschikbaar op
http://www.grain.org/briefings/?id=194. Binnenkort ook in het Spaans en Frans.
De verspreiding van industriële pluimveeproductie en handelsnetwerken heeft ideale omstandigheden gecreëerd voor de opkomst en overdracht van dodelijke virussen zoals de H5N1-stam van de vogelgriep. Eenmaal in dichtbevolkte fabrieksboerderijen kunnen virussen snel dodelijk worden en zich vermenigvuldigen. Lucht die dik is van virale lading van besmette boerderijen wordt kilometers lang vervoerd, terwijl geïntegreerde handelsnetwerken de ziekte via vele dragers verspreiden: levende vogels, eendagskuikens, vlees, veren, broedeieren, eieren, kippenmest en veevoer. Kippenpoep en strooisel van pluimveefabriekvloeren zijn veel voorkomende ingrediënten in diervoeder.
“Iedereen is gefocust op trekvogels en kippen in de achtertuin als zijnde dat dit het probleem zou zijn”, zegt Devlin Kuyek van GRAIN. “Maar het zijn geen effectieve vectoren van hoogpathogene vogelgriep. Het virus doodt ze, maar het is onwaarschijnlijk dat ze door hen word verspreid. “
In Maleisië is het sterftecijfer van H5N1 onder dorpskippen bijvoorbeeld slechts 5 procent, wat aangeeft dat het virus zich moeilijk verspreidt onder kleinschalige kippenkoppels. H5N1-uitbraken in Laos, dat wordt omringd door besmette landen, hebben alleen plaatsgevonden in de weinige fabrieksboerderijen van het land, die worden bevoorraad door Thaise broederijen. De enige gevallen van vogelgriep bij pluimvee in de achtertuin, die goed zijn voor meer dan 90 procent van de productie in Laos, deden zich voor naast de fabrieksboerderijen.
“Het bewijs dat we keer op keer zien – en dat van Nederland in 2003 tot Japan in 2004 en Egypte in 2006 – is dat dodelijke vogelgriep uitbreekt in grootschalige industriële kippenboerderijen en zich vervolgens verspreidt”, legt Kuyek uit.
De Nigeriaanse uitbraak eerder dit jaar [2006] begon op een enkele fabrieksboerderij, eigendom van een minister, ver van hotspots voor trekvogels, maar bekend vanwege de import van ongereguleerde broedeieren. In India zeggen lokale autoriteiten dat H5N1 is ontstaan en zich heeft verspreid vanaf een fabrieksboerderij die eigendom is van het grootste pluimveebedrijf van het land, Venkateshwara Hatcheries.
Een brandende vraag is waarom regeringen en internationale instanties, zoals de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN, niets doen om te onderzoeken hoe de fabrieksboerderijen en hun bijproducten, zoals veevoer en mest, het virus verspreiden. In plaats daarvan gebruiken ze de crisis als een kans om de pluimveesector verder te industrialiseren. Er worden steeds meer initiatieven genomen om pluimvee in de open lucht te verbieden, kleine producenten eruit te persen en boerderijen aan te vullen met genetisch gemodificeerde kippen. Het web van medeplichtigheid met een industrie die zich bezighoudt met een reeks ontkenningen en doofpotten lijkt compleet.
“Boeren verliezen hun levensonderhoud, inheemse kippen worden weggevaagd en sommige experts zeggen dat we aan de vooravond staan van een menselijke pandemie die miljoenen mensen zou kunnen doden”, besluit Kuyek. “Wanneer zullen regeringen zich realiseren dat we hen juist moeten beschermen tegen de wereldwijde pluimvee-industrie om het pluimvee en mensen tegen vogelgriep te beschermen?”
🖨️ Print postRead this in: English
Geef een reactie